Televisie-uitzending
Kan op basis van de tv-uitzending worden geconcludeerd dat de maanlanding nep was?
De Apollo 11-missie is live uitgezonden op televisie. De beelden van de maanlanding zijn met een zwart-wit slow-scan videocamera opgenomen. De beeldsnelheid was 10 frames per seconde en 320 lines per frame. Sommige mensen beweren dat de maanlanding in scène gezet is, omdat de televisiesignalen niet vanaf de ‘juiste’ plek uitgezonden werden. Bovendien was de videokwaliteit erg matig en ook dat kan er op duiden dat de maanlanding nep was.
De camera die gebruikt is om te filmen op de maan was de Westinghouse Lunar Surface Camera. Dit is een camera speciaal ontwikkeld voor het filmen in een omgeving met weinig licht. In de camera wordt een variabele lichtontvanger gecombineerd met een ‘SEC’-target. De ‘SEC’-target is een speciale buis die er voor zorgt dat bewegende objecten in een donkere omgeving niet als een veeg op het scherm voorkomen. De buis (figuur 1) werkt als volgt. Het beeld dat op de lens valt, wordt versterkt door de beeldversterker (image intensifier) en gericht op het montage doel (target assembly). Vervolgens wordt het beeld in de ‘hybrid gun’ omgezet in een bruikbaar signaal.
(figuur 1)
Een van de Tv-camera’s was gemonteerd op de maanlander zelf, zodat de eerste stappen van Neil Armstrong geregistreerd konden worden. Omdat er niet genoeg ruimte was, kon de camera niet recht geplaatst worden, daarom verschilt de horizon van de maan wel 11 graden met het vlak. De ruimte waarin de camera was geplaatst, werd beschermd door een isolerende deken. Vlak voor de vertrek werd daar nog een gat in gemaakt, zodat de camera daar doorheen kon filmen. Op de maan werd de deken helemaal weggenomen, zodat de astronauten toegang hadden tot de camera en ander materiaal. Later werd de camera verplaatst naar het maanoppervlak. Op de maanlander stond een grote antenne die de signalen naar de aarde stuurde.
De videocamera produceert een signaal dat gelijk staat aan de lichtinval op de lens. Omdat het tijdens het filmen donker was op de maan, was de lichtinval klein en het uitkomend signaal bevatte dus donkere beelden. Normaal gesproken vereisen televisiestations een gammacorrectie. Dit is een correctie waarbij de helderheid van het beeld wordt aangepast. Gamma is eigenlijk de evenredigheid tussen de helderheid van het beeld en het videosignaal in Volt. In figuur 2 is te zien wat een gammacorrectie in houdt. Gammacorrecties worden niet alleen bij televisies uitgevoerd, maar ook bij computers, digitale camera’s en printers.
(figuur 2)
Ondanks dat televisiestations zo’n gammacorrectie vereisten, had de Westinghouse Lunar Surface Camera geen gammacorrector, net als vele andere camera’s in die tijd. Deze gammacorrector was niet toegevoegd, omdat men er vanuit ging dat de beelden alleen voor wetenschappelijke gelegenheden gebruikt werden, waarbij men de beelden op een lineaire manier bekijken kon. Door het ontbreken van een gammacorrectie waren de beelden dus donkerder dan ‘normaal’. Deze camera is in latere jaren ook niet meer gebruikt bij Apollo-missies, tijdens de latere missies werd gebruik gemaakt van een kleuren camera.
De opgenomen beelden werden door drie grote satellietschotels opgevangen op aarde. De belangrijkste ontvanger was het ‘Parkes Obsevatory’ centrum gelegen in Australië. De beelden die hier werden opgevangen, hadden een andere beeldsnelheid dan de commerciële televisie aankon en om deze reden moesten alle beelden nog geconverteerd worden, voordat het publiek ze te zien kreeg. In plaats van een beeldsnelheid van 10 frames per seconde en 320 lines per frame, was in Amerika een beeldsnelheid van 30 frames per seconde en 525 lines per frame gebruikelijk. In Australië maakte men gebruik van een hogere resolutie, namelijk 25 frames per seconde en 625 lines per frame (hoe hoger het aantal frames per seconde, hoe hoger de beeldsnelheid, hoe hoger het aantal lines per frame, hoe hoger de resolutie). De twee andere satellietschotels (Honey Suckle Creek buiten Canberra en Goldstone station in California) ontvingen dezelfde signalen op hetzelfde moment, maar de beelden vanuit het Parkes Obsevatory centrum bleken van hogere kwaliteit. De oorzaak hiervoor was simpel: de Parkes satellietschotel was groter en kon een beter signaal opvangen.
Het schema van de Apollo 11-missie was zo afgestemd, dat de maanwandeling plaats zou vinden op het moment dat de maan recht boven Parkes Obsevatory centrum zou staan. Ondanks een aantal wijzigingen en kleine problemen bleek dit inderdaad het geval en kon het opvangen van de signalen beginnen. Dat Parkes Obsevatory een goede ontvangst had, kwam mede door een beetje mazzel. De signalen werden direct na ontvangst doorgestuurd naar Sydney via speciale microgolfverbindingen. In Sydney werd gebruik gemaakt van een speciale converter. Deze RCA converter converteerde de signalen naar het juiste beeldformaat, zodat ze uitgezonden konden worden op televisie. Vanuit Sydney werden de signalen direct naar ABC TV gestuurd, welke op zijn beurt de beelden uitzond in Australië. Tegelijkertijd werden de beelden naar Houston (Amerika) gestuurd. Omdat de beelden hiervoor nog de helft van de wereld over moest reizen, trad een kleine vertraging op. Deze vertraging bedroeg ongeveer 0,3 seconde en betekende dus dat de Australische bevolking de eerste stap op de maan net iets eerder zag dan de rest van de wereld. Toch ontving de Australische bevolking de beelden ook met vertraging: ongeveer 8 minuten en 51 seconde nadat de astronauten de camera inschakelden, waren de beelden te zien op televisie.
(figuur 3)
Conclusie
De bewering over de signaalherkomst kan dus gemakkelijk weerlegd worden. De signalen kwamen inderdaad uit Amerika, terwijl de ontvangst daar slecht was, maar de beelden vanaf de maan werden wel ontvangen in Australië. Doordat de beelden geconverteerd moesten worden, kwam het internationale televisiesignaal uit Amerika. Bovendien is dit converteren een van de oorzaken voor de slechte videokwaliteit. De kwaliteit is niet expres slecht gemaakt, maar een gevolg van het converteren, zoals in figuur 3 goed te zien is. Een andere oorzaak voor de slechte kwaliteit is het ontbreken van een gammacorrector, hierdoor zijn de beelden donkerder dan men gewend is en dit zorgt voor een achteruitgang van de beeldkwaliteit. De argumenten die op basis van de tv-uitzending beweren dat de maanlanding nep was, zijn dus te weerleggen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb