Apollo-11 missie

Het Apollo programma

De landing op de maan met de Apollo 11 was onderdeel van het Apollo programma van de VS. Dit programma had als doel mensen op de maan te laten landen en ze ook weer veilig thuis te brengen. Het programma bestond uit een ontwikkelingsfase, met een groot aantal onbemande testvluchten. Dit werd gevolgd door een aantal voorbereidende vluchten met bemanning. Deze vluchten waren eerst in banen om de aarde door de Apollo 7 en de Apollo 9. Deze werden gevolgd door vluchten om de maan met de Apollo 8 en de Apollo 10. De eerste Apollo maanlanding vond plaats met de Apollo 11. Hierna zijn er nog 5 keer mensen op de maan geland met de Apollo 12, 14, 15, 16 en 17.


Beschrijving van de maanreis en de maanlanding

De Apollo 11 vertrok op 16 juli 1969 vanaf het Kennedy Space Center. De Apollo 11 bestond uit de lanceerraket Saturn V, de Commandomodule Columbia en de maanlander Eagle. De bemanning was opgebouwd uit Neil Armstrong, de commandant, Michael Collins, de CM-piloot, en Edwin ‘Buzz’ Aldrin, de LM-piloot (LM staat voor Lunor Model de Eagle). De lancering verliep perfect; er waren vijf motoren die na 9 seconden hun maximale stuwkracht hadden bereikt. Ze hebben eerst 2 uur en drie kwartier om de aarde gedraaid, daarna zijn ze op weg gegaan.

De reis duurde vier dagen en verliep zonder problemen. De landing op het maanoppervlak vond plaats op 20 juli 1969 vlakbij de Zee der Stilte. De landing werd uitgevoerd in de maanlander Eagle met daarin Armstrong en Aldrin. Collins bleef tijdens de maanlanding in de Commandomodule Columbia om de maan cirkelen. De landing verliep wat moeizamer. Tijdens de afdaling kreeg de computer teveel binnenkomende gegevens en sloeg alarm. De bemanning was hierop getraind en kon de landing voortzetten. Op het moment dat ze wilden landen bleek het landingsterrein vol te liggen met grote rotsblokken. De besturing werd door Armstrong handmatig overgenomen en uiteindelijk zijn ze 6 km verderop met nog maar voor 20 seconden brandstof in de tank geland. Armstrong mocht na drie uur gewacht te hebben eindelijk naar buiten. De eerste stap op de maan is gezet door Armstrong met de bekende woorden: ‘That’s one small step for a man, one giant leap for mankind,’ ofwel “Dit is een kleine stap voor aan man, maar een reusachtige sprong voor de mensheid’. Armstrong moest als eerste foto’s maken en grond en stenen verzamelen. Hierna kwam ook Aldrin naar buiten. Ze moesten naast foto’s maken en bodemmonsters nemen, tevens de omgeving beschrijven. Ook werden een seismometer, een zonnewinddetector en een laserreflectieapparaat opgesteld. Na deze dingen afgehandeld te hebben kwam er een telefoontje uit het witte huis waarin ze geprezen werden voor hun heldendaden. Ook hebben ze de Amerikaanse vlag, met veel moeite, neergezet. In totaal zijn ze  21 uur, 38 minuten en 21 seconden op de maan geweest.

De lancering verliep, door het ontbreken van de atmosfeer op de maan, geluidloos en goed. De koppeling verliep niet helemaal probleemloos, maar is uiteindelijk gelukt en toen konden ze aan hun terugreis naar de aarde beginnen. Ze landden in de Stille Oceaan op 24 juli en werden daar weer opgepikt door de USS Hornet. Ze hebben de reis naar de maan en weer terug succesvol volbracht.


Complottheorie

Sommige mensen beweren dat de mens helemaal niet op de maan is geweest met de Apollo 11 maar dat het allemaal in scène is gezet door de Amerikaanse regering. Hiervoor hebben ze verschillende argumenten waaronder vreemde schaduwen, wegduikende kruisdraden op foto’s, de wapperende Amerikaanse vlag en straling gegeven. De belangrijkste reden hiervoor is hun ongeloof in de technische kennis om een mens een reis naar de maan te laten maken en weer terug. Dit wantrouwen wordt versterkt doordat we al veertig jaar niet meer op de maan zijn geweest.

De Amerikaanse regering zou verschillende motieven hebben om de maanlanding in scène te zetten. Allereerst zouden ze het hebben gedaan vanwege de afleiding. De Amerikaanse regering wilde de aandacht wegtrekken van de oorlog in Vietnam. Dit is gebaseerd op het feit dat de activiteiten rond de maanlanding stopte en de geplande vluchten werden afgelast, toen Amerika stopte met zijn betrokkenheid in de oorlog in Vietnam.
Een ander motief heeft te maken met de koude oorlog en de wedstrijd tussen Rusland en Amerikanen om de eerste mens op de maan te zetten. Naar de maan gaan is riskant en duur, het is een stuk makkelijker om de maanlanding in scène te zetten waarbij succes verzekerd is.
Het derde motief is gebaseerd op geld. De NASA had 30 miljoen voorbereid voor een reis naar de maan. Dit geld kan ook gebruikt zijn om mensen om te kopen zodat die konden beweren dat ze werkelijk naar de maan zijn geweest.
Een ander motief is het risico dat de landing fout zou gaan. De technologie van die tijd was nog niet zo ver om succes te verzekeren en kans dat het fout ging was groot.
Het laatse motief voor het in scène zetten van de maanlanding heeft te maken met de speech van Kennedy, waarin hij had gezegd dat de mens binnen dit decennium op de maan zou komen. De maanlanding zou in scène zijn gezet om deze droom van Kennedy binnen de juiste tijd waar te maken.